AgroFood & Biobased
Minister Dijkgraaf (OCW) is van plan om het onderzoek in het mbo ook een volwaardige plek te geven. Hij droomt zelfs van masteropleidingen in het mbo. Daarom is de term ‘beroepsonderwijs’ niet meer van deze tijd.
Na een vijf uur durend Commissiedebat in de Kamer blijkt dat de minister zijn waaiergedachte verder wil uitbreiden. Dat betekent:
De Kamer dringt juist aan op meer versterking van het mbo, met centraal verplichte taaltoetsen en een grotere nadruk op burgerschapsonderwijs. Toch wil de Kamer ook dat mbo-studenten dezelfde rechten krijgen.
Kauthar Bouchallikht van GroenLinks is blij met de emancipatie van de mbo-studenten, maar ziet dat het proces nog steeds erg moeizaam verloopt. “Deze zomer hebben we kunnen zien dat mbo-studenten voor het eerst konden deelnemen aan introductieweken. Bijna pijnlijk dat we dit moeten vieren, maar ik noem het toch even. Het is goed dat deze stap is gezet. We merken echter ook dat het nog wennen is.”
Ze mogen dan wel deelnemen, maar zelf organiseren blijkt nog een obstakel te zijn, stelde Bouchallikht enigszins teleurgesteld vast. “Kan de minister toelichten of mbo-studenten ook deel uitmaken van de organisatie van dergelijke introductieweken of actief zijn als bestuurslid? Deze studenten willen niet alleen deelnemen, maar ook eigenaarschap. Hebben zij dezelfde zeggenschap als andere studenten? Daarnaast ontvangen we helaas signalen dat het voor mbo-studenten nog lang niet altijd even makkelijk is om extracurriculaire activiteiten te ondernemen.”
Het binnenkort vertrekkende Kamerlid Peter Kwint (SP) ging er behoorlijk stevig in en stelde de retorische vraag of het niet heel erg langzaam gaat. “Vindt mevrouw Bouchallikht het ook niet van de ratten besnuffeld dat er nu een pilot moet worden uitgevoerd om te zien of mbo’ers samen met studenten uit het hoger onderwijs een introductie kunnen volgen? En vindt zij ook niet dat de mbo’er wordt neergezet als een soort tropische diersoort, in plaats van een volwaardige student?”
De bewoordingen van Kwint over ratten en besnuffelen herhaalde het GroenLinks-Kamerlid niet, maar zei wel het met hem eens te zijn. Ook CDA’er René Peters was zeer benieuwd of de gezamenlijke introducties een succes zijn.
De minister gaf in zijn antwoord aan dat de voorbereiding voor gezamenlijke introducties nog moeizaam verloopt, maar hij ziet ook hoopvolle signalen. “De betrokkenheid van mbo-studenten vereist nog wat aandacht, maar eerlijk gezegd, toen we het hbo en wo lieten samenwerken, duurde het ook heel lang voordat alle hbo-studenten deelnamen aan de introducties.”
Een ander punt betrof de naamgeving van het beroepsonderwijs. Is dat nog wel passend in deze tijd, vroeg D66 zich af. Het CBS heeft in opdracht van de minister onderzoek gedaan en concludeerde dat een nieuwe naam voor het mbo en hbo nog niet zo eenvoudig is. Toch gaat de minister deze discussie niet uit de weg. “Taal is belangrijk. We zitten nog steeds met namen waarin woorden als ‘middelbaar’ en ‘hoger’ een waardeoordeel lijken uit te stralen. Het CBS heeft op mijn verzoek verschillende scenario’s onderzocht, en zij kwamen tot de conclusie dat de termen ‘praktisch’ en ’theoretisch’ onvoldoende bruikbaar en herkenbaar zijn.”
De minister heeft ook in de recent gepubliceerde toekomstvisie voor het hoger onderwijs, interessante voorbeelden in het buitenland gezien. “Waar ik zelf zeer gecharmeerd van was dat men in Noorwegen nu bezig is om het mbo door te trekken naar een soort masteropleiding. Ik denk dat dat is een hele grote cultuurverandering is. Maar ik voel wel dat de maatschappij daar aan toe is.”
Het herbenoemen van de verschillende onderwijsvormen lijkt het meest kansrijke scenario, aldus de D66-minister. “Maar dat vereist ook een omvangrijke stelselwijziging. Het doen van suggesties en het maken van keuzes is aan een volgend kabinet, maar ik denk dat we het er allemaal over eens zijn dat die naamgeving gewoon niet meer van deze tijd is.”
Waar de waaiergedachte nog verder moet worden uitgewerkt, heeft de minister deze week opgemerkt, is op het gebied van onderzoek. Roc’s hebben sinds enkele jaren ook practoraten. Het doel van een practoraat is om praktijkgericht onderzoek te stimuleren en de kwaliteit van het onderwijs in het mbo te verbeteren. “We praten nu steeds meer over die waaier in het onderwijs. Er is nu eigenlijk ook een parallelle discussie gaande over de waaier in het onderzoek”, merkt de minister op.
Dijkgraaf was nog vol van zijn recente bezoek aan het noorden. “Wettelijk heeft het mbo geen rol in onderzoek. Tegelijkertijd sluit het mbo nauw aan bij het bedrijfsleven, waar juist veel innovatie plaatsvindt. Het kan dus wel. Ik zag afgelopen maandag in Emmen dat ze op een mooie campus van het Drenthe College en NHL Stenden een opleiding Duurzame Chemie verzorgen. Ook de Universiteit Groningen is daarbij betrokken. Daar wordt gezamenlijk onderzoek uitgevoerd met practoraten en lectoren, in samenwerking met mbo- en hbo-studenten. Dat begint nu ook langzaam vorm te krijgen.”
Ook hier is geduld nodig, zoals het hbo ons heeft geleerd, stelt de minister. “In het hbo heeft het ook lang geduurd voordat praktijkgericht onderzoek een volwaardige plek kreeg in het onderzoekslandschap. Als kabinet investeren wij stevig met 100 miljoen in praktijkgericht onderzoek. Dit is een beweging waar ik zelf groot voorstander van ben, om ook het mbo een volwaardige rol te geven in innovatie en onderzoek.”
Bron scienceguide.nl (14 september 2023):
https://www.scienceguide.nl/2023/09/dijkgraaf-wil-zijn-waaier-doortrekken-naar-het-onderzoek-in-het-hbo-en-mbo/
Ben je enthousiast geworden door het lezen van deze pagina?
Klik dan op de button hieronder om het stappenplan te bekijken om een practoraat te starten.
Lees hier het stappenplanROC van Amsterdam
Opaallaan 25
2132 XV Hoofddorp
ROC van Amsterdam
Opaallaan 25
2132 XV Hoofddorp
Bekijk hier alle practoraten en lees meer over de onderwerpen en activiteiten.
Bekijk alle practoratenCopyright: Alle rechten voorbehouden © 2024 | Op ‘Practoraten’® is handelsnaamrecht, auteursrecht en merkrecht van toepassing.