Actueel IT Onderwijs

Veruit de meeste zorgprofessionals komen van het mbo. Ook in het werk rond onbegrepen gedrag en dementie hebben zij een belangrijke bijdrage. Volgens Ada ter Maten, practor Dementie en voormalig practor Leerwerkplaatsen (beide verbonden aan Albeda), wordt het mbo nog te veel over het hoofd gezien in zorgvernieuwing. Wat is volgens haar de meerwaarde van practoraten voor onderzoek en praktijk?
Maar liefst 75% van de zorgprofessionals – in huisartsenpraktijken, wijkzorg, ziekenhuizen, apotheken, ouderenzorg en de geestelijke gezondheidszorg – heeft een mbo-opleiding achter de rug. Ook in de zorg rond mensen met onbegrepen gedrag en (beginnende) dementie spelen deze praktisch ingestelde professionals een cruciale rol. Alleen al om die reden is het terecht dat ZonMw zowel binnen het Actieprogramma Grip op Onbegrip (AGO) als het Onderzoeksprogramma Dementie (OPD) veel aandacht heeft voor samenwerking met het mbo.
Dat vindt Ada ter Maten, practor Leerwerkplaatsen bij mbo-college Albeda en lid van beide programmacommissies. Begin 2025 is het verkenningsrapport ‘Verkenning practoraten en de kennis-, onderzoeks- en innovatieinfrastructuur’ aangeboden aan het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS). Hier wordt ingegaan op de rol van practoraten binnen de huidige infrastructuur. Ter Maten heeft over die rol een duidelijke visie.
De inzet van AGO om te komen tot een ‘reflexief, lerend systeem’ spreekt Ter Maten erg aan. En ook OPD hecht volgens haar terecht veel waarde aan het samen leren wat goede aanpakken zijn die in de praktijk ook echt werken. Dat gebeurt in OPD binnen consortia; multidisciplinaire samenwerkingsverbanden waarin ook het onderwijs en de zorgpraktijk deelnemen. Het idee is dat zo een kennisketen ontstaat waarbij de praktijk nauw betrokken is, zodat onderzoekresultaten direct diezelfde praktijk kunnen verrijken. Zowel bij onbegrepen gedrag als bij (beginnende) dementie heeft de zorgpraktijk te maken met complexe processen, die in iedere casus weer anders zijn, aldus Ter Maten. ‘Je ziet in de wetenschappelijke benadering een beweging van traditioneel empirisch onderzoek naar ontwerpgericht onderzoek, dat zich richt op het begrijpen van complexe problemen en het samen bedenken van creatieve oplossingen. In lerende netwerken pak je met deze methodiek samen een concreet probleem op, ontwerp je een ‘prototype’ dat je in de praktijk inzet, om dat vervolgens op basis van ervaringen weer te verbeteren.’
Zo’n aanpak past bij uitstek bij de werkwijze van een practoraat, vervolgt Ter Maten. Net als de lectoraten in het hbo, vormt deze mbo-variant een schakelpunt tussen onderwijs, praktijk en onderzoek. Onderzoekers, docenten en studenten werken samen met praktijkprofessionals aan een gedeeld probleem. Bijvoorbeeld: hoe zorg je ervoor dat mensen met beginnende dementie de regie houden over hun eigen leven? Ter Maten ontwikkelde eerder de methodiek van de ‘reflectieve casestudie’. Deze werkt met 3 stappen: What (wat gebeurde er?), So what (wat is hier de betekenis van?) en Now what (wat kan ik doen om de situatie te verbeteren?). ‘In deze aanpak maak je een rijke casusbeschrijving, zoals dat heet. Dat is een heel gedetailleerd verhaal, zodat je alle nuances meeneemt. Dus niet: meneer zit in een kleine kamer, maar: de kamer is 2 bij 3 meter. Het gaat echt om een heel precieze beschrijving. Ik zeg wel eens tegen studenten: beschrijf het alsof je een film van de situatie ziet.’
Lees hier het gehele interview (bron ZonMw) | Lees hier de post op LinkedIn
Ben je enthousiast geworden door het lezen van deze pagina?
Klik dan op de button hieronder om het stappenplan te bekijken om een practoraat te starten.
Lees hier het stappenplanROC van Amsterdam
Opaallaan 25
2132 XV Hoofddorp
ROC van Amsterdam
Opaallaan 25
2132 XV Hoofddorp
Bekijk hier alle practoraten en lees meer over de onderwerpen en activiteiten.
Bekijk alle practoratenCopyright: Alle rechten voorbehouden © 2025 | Op ‘Practoraten’® is handelsnaamrecht, auteursrecht en merkrecht van toepassing.